Uit ‘Zintuig verzint‘ : Dag 1, kortsluiting

 

Vrijdag 27 mei 2016 16.30 u, een moment om kort te sluiten.

Erg onbeleefd, mij storen in bad.

Je gaat dwars doorheen mijn hele lijf, zoals alleen uiterst lichte ongeladen elementaire deeltjes dat kunnen. Gebruik je elektriciteit om me op te warmen? Mijn handen en voeten staan alleszins in brand, ik moet dringend stoom aflaten. Je mag me uit bad tillen, ga je gang, ik ben vederlicht.

Naast verward, voel ik me ook epileptisch.

Misschien gaat het over als ik slaap? Niet lang. Ik ben zo terug bij je en heb wel wat vragen. Hmm, die verschuiving in mijn hersenen voelt prima; het lijkt wel of mijn bevattingsvermogen nu eindelijk op de juiste plaats zit. Een gevoel van welbehagen: balans, schoonheid, gezondheid, alwetendheid, onvoorwaardelijkheid, euforie. Wat doe je precies? Mijn lichaam lijkt wel bezield met heerlijkheid.

Ik omschrijf het belachelijk maar wij beschikken niet over een woordenlijst voor deze gesteldheid. Psychotisch? Ik weet het niet goed. Manisch? Misschien, wie zal het zeggen.

Deze extase is nu van mij.

Ga jij maar slapen, Psychose, dan onderzoek ik hoe mijn lichaam klaarblijkelijk een andere ruimte inneemt in het universum en dan schrijf ik een verhandeling over de zin van het leven. Iemand moet aan de slag.

Alles heeft zin, het klopt, de puzzelstukken vallen in elkaar. Er heerst alleen nog maar evenwicht. Waarom zag ik dit niet?

Leen