Eind november neem ik deel aan een symposium ‘Psychose en Literatuur‘ georganiseerd door KU Leuven Campus Kulac Kortrijk. Aan de hand van fragmenten uit de bestseller Ik ben er niet van Lize Spit ontstaat er debat rond het thema psychose. Pat Donnez modereert op zeer professionele manier tussen de vier verschillende sprekers en laat niet na regelmatig zijn eigen interesse te tonen.
Een geanimeerd gesprek over een beladen onderwerp
Lize Spit is aanwezig als vertegenwoordiger van haar boek, maar houdt er persoonlijk een mening op na die toch wat afwijkt van het hoofdpersonage Leo in haar roman. De psychiaters Marc Calmeyn en Eric Thys spreken vanuit hun expertise en zelf ben ik aanwezig om te reflecteren vanuit mijn rol als ervaringsdeskundige. Om de avond te structureren koppelen we psychose aan literatuur, vervolgens aan creativiteit, ten derde aan liefde en tot slot bezinnen we ons kort over psychose en stigma.
Psychose en literatuur
We komen al gauw tot de bedenking dat romans lezen helpt om te begrijpen. In dit geval het begrijpen van de machteloosheid en eenzaamheid die naasten van iemand met een psychose ervaren. Als ‘partner van’ beschrijft Lize Spit in haar liefdesverhaal hoe mensen elkaars kwetsbaarheid dragen en hoe naasten mee door crisis gaan. Psychiater Marc Calmeyn vult aan, “we zijn allemaal een beetje neurotisch, psychotisch, pervert… het is een vervloeiing van deze factoren die ons in balans houdt.” Hij benadrukt dat fictie helpt om empatisch te zijn, hulpverleners moeten blijven lezen. Erik Thys, tevens psychiater met vele jaren ervaring op de teller, onderstreept dat een beter begrip van werken met mensen die psychotisch zijn, het best verkregen wordt uit de eerste hand, van mensen die het meemaakte. Hij verwijst daarbij even naar mijn boek en dat doet natuurlijk mijn neus krullen. Zelf geef ik die avond duiding bij wat een psychose precies is en hoe literatuur voor mij een deel van mijn herstelproces voor haar rekening neemt; lezen en schrijven zijn therapeutisch. De toon is gezet, iedereen is in zijn schik en we gaan verder met het tweede thema.
Psychose en creativiteit
Thys is naast psychiater ook kunstenaar en laat er geen twijfel over bestaan dat er een overlap is tussen psychose en creativiteit. “Het is geen toeval, er is een zelfde denkstijl die zorgt voor borrelende, bruisende gedachten bij mensen in een psychose en bij mensen die creatief aan het werk zijn.” Mooi hoe hij verwoordt dat de term outsider kunst een iets wat ongelukkige keuze is. Het is niet omdat de kunstenaar minder talent heeft om zijn werk te commercialiseren dat de kunst an sich inferieur is. Verder trekken we het gesprek open naar creativiteit in behandeling. Creatieve, non-verbale therapieën worden op vandaag nog steeds niet naar waarde geschat, volgens Calmeyn.
Psychose en liefde
Wanneer Spit opnieuw een stukje voorleest, worden we ondergedompeld in de gevoelens van Leo, het hoofdpersonage, waarin ze volledig verdrinkt in de psychotische beleving van Simon. We praten bij uitbreiding over het fenomeen folie à deux en besluiten dat liefde en psychose zeker kunnen samengaan. Alleen is het hoogstnoodzakelijk dat naasten voor zichzelf kunnen zorgen. Ook zij moeten kunnen ventileren en over hun eigen angsten kunnen reflecteren. De gedeelde werkelijkheid die geliefden determineren, staat immers op losse schroeven. De nieuwe werkelijkheid die zich in een psychose manifesteert, is te complex voor een buitenstaander om te vatten. Oppervlakkig meegaan in de waan is wel mogelijk en zelfs bevorderlijk om iemand in een psychose tot rust te brengen. Je verdiepen in de inhoud werkt contraproductief. Redeneren, relativeren en te veel invasieve vragen zorgen voor achterdocht in het hoofd van iemand die psychotisch is. Een liefdevolle benadering is de uitdaging.
Psychose en stigma
In de loop van de avond haalt Spit reeds aan dat ze een keuze moest maken. Het boek is geschreven vanuit het standpunt van naasten en dat gaat voor een stuk ten koste van mensen die zelf te maken krijgen met psychose. De tweestrijd tussen begrijpen en begrepen worden, is voelbaar doorheen het verhaal en maakt dat stigmatiserende verwijzingen niet worden gecorrigeerd. Eric Thys gaf in het begin van de avond al aan dat een algemene reactie op stigmatisering van psychiatrische aandoeningen nog veel te weinig gebeurt in vergelijking bij andere groepen die gestigmatiseerd worden. Er is nog werk aan de winkel.